Wilfried Renaat Maria Lodewijk Spincemaille

M, #1, °. 20 mei 1944

Familie: Daniëlle Elvira Vitalin Borloo °. 15 Sep 1946, +. 6 Maa 2009

  • Biografie*: KLaas
    Klaas Spincemaille, klaas.spincemaille@kuleuven.be (2019-2024)
    Onderzoek en Onderwijs Elektromechanica, Campus Groep T Leuven
    Andreas Vesaliusstraat 13 - bus 2600, 3000 Leuven, tel. +32 16 37 45 91.

Louis Emiel Marie René (Lode) Spincemaille

M, #2, °. 23 september 1918, +. 11 april 2002

Familie: Maria Julia Flora Ludovica (Mietje) Sleebus °. 2 Jun 1920

  • Biografie*: Geneesheer. Noemde zich in het middelbaar Lodewijk en aan de universiteit Lode.
    Was arts in Rumbeke waar hij zijn oom opvolgde.

    Het kasteel van Rumbeke had een zekere bekendheid:
    -de Vlaamse graaf Boudewijn met den ijzeren trok er naar toe nadat hij de franse koningsdochter had geschaakt en trouwde er mee
    - het huidige kasteel dateert van ca 1525, gebouwd door Thomas de Thiennes kleinzoon van Robert de Thiennes x Maria van Langhemeersch.
    Robert de Thiennes heette eigenlijk Mulaerdt en was de zoon van de Gentse poorter Hubert Mulaerdt.
    Maria van Langhemeersch, vrouwe van Rumbeke en Claerhout, was de dochter van Jan, heer van Rumbeke, x Maria van Claerhout. Deze laatste had de heerlijkheid van Rumbeke in 1426 overgekocht van de zoon van Jan d'Antoing x Margaretha van Gistel.
    ref. Donche, "De familie van Langhemeersch in de Kasselrij Ieper 14de-17de eeuw," Vlaamse Stam 1.

Bronvermelding(en)

  1. [S648] Pieter Donche, "De familie van Langhemeersch in de Kasselrij Ieper 14de-17de eeuw", Vlaamse Stam, tijdschrift voor familiegeschiedenis, 2 maandelijks (Antwerpen - http://www.familiekunde-vlaanderen.be: VVF - Vlaamse Vereniging voor Familiekunde, maart-april 2011) 47: II, 182-196.

Maria Julia Flora Ludovica (Mietje) Sleebus

V, #3, °. 2 juni 1920

Familie: Louis Emiel Marie René (Lode) Spincemaille °. 23 Sep 1918, +. 11 Apr 2002

  • Biografie*: Mietje: haar Peter is Jules Weyns #8462, haar meter Florence Maes, de ongetrouwde groottante
    Florence woonde samen met haar zus. Ze was zogzegd altijd ziek en liet zich dagelijks de communie brengen op een kanten doek, dat Mietje Sleebus erfde. Dat was engelse Arniton kant, waarschijnlijk gekocht toen ze met haar familie tijdens WOI in Folkestone, Engeland verbleef.
    Daarnaast heeft Mietje nog zuiver zilveren lepeltjes van haar overgrootmoeder Sidonie Van Heymbeek.
    Van tante Miet (Maria Corluy) kreeg Mietje bij haar huwelijk een koperen versierd bed dat in de baby/logeerkamer stond toen ze nog op de Roeselaarse steenweg woonde. Dat was de kamer rechts achteraan op het eerste verdiep (gezien van op straat). Omdat ze de versiering aan de hoofdzijde en voetzijde niet mooi vond liet ze dat verwijderen, alhoewel het een goed bed was.(Wilfried: Ik herriner het mij ook als een plat bed)

    Voor WOI was haar vader er dokter en leefde het gezin in zijn huis. Egied en Willy (1914) werden er geboren. Bij het overlijden van Willy op 10 maart 1918 woondne ze in de Hendrik van Hammestraat n° 17. (doodsprentje Willy) De volgende in Evere . Na de oorlog gingen de kinderen er altijd het volledige groot verlof, toen 6 weken doorbrengen. Men stapte op op de boot (bateau Mouche) in Brussel, de koffers werden op het dek gestapeld, alleen kleine Bob blef thuis. Men voerde tot in Willebroek aan de samenvloeing van de Rupel en de Vliet. Daar kwam de meid met een kruiwagen de koffers opladen en ging het te voet over de bermen naar Eikevliet. Het land achter de bermen was toen nog verlaagd en een uitgekozen speelterrein voor de kinderen.

    Haar grouders Frans Maes, die elke zondag in de kerk van Eikevliet zong, en Josephine Marnef kwamen in 1930 bij hun kind Hélène in Brussel wonen. Frans Maes was had een stijf been, maar dat heeft Mietje nooit opgemerkt zelfs als hij met de fiets reed. Ze hadden de kamers links op het eerste verdiep, vooraan de woonkamer, achteraan de slaapkamer. De broers van Mietje moesten daarvoor plaats maken en gingen op de zolderkamers slapen. Frans Maes stierf in 1933. Josephine wa stoen al niet meer goed te been en Jan Sleebus had niet graag dat ze nog te voet naar de kerk, maar ze ging toch als hij weg was. Mietje ziet haar nog altijd statig de trap afkomen met haar lange kleren en haar lange zwarte bontjas.
    Info Mietje Sleebus.

René Cyrille (René) Spincemaille

M, #26, °. 17 november 1878, +. 19 maart 1941

Familie: Maria-Anna Margareta (Anna) Vandewiele °. 10 Sep 1891, +. 13 Sep 1985

  • Biografie*: René:

    Was bij de dood van zijn vader 17 jaar. Het is niet duidelijk of hij naar het college gegaan is in Tielt zoals zijn 2 jongere broers. Mogelijks hielp hij als oudste zoon zijn vader in de bakkerij, maar volgens zijn zoon Louis Spincemaille zou hij nooit zelf brood gebakken hebben. Een zekere onhandigheid zou hem niet vreem geweest zijn: met de wagen die hij kocht gelukte het hem niet achteruit te rijden (een vorm van dyslexie?)

    Gemeenteontvanger 1899
    René heeft dus nooit het beroep van bakker uitgeoefend, maar hij werd echter gemeenteontvanger (beheert de financiën van de gemeente, kennis van het frans was vereist) van Deerlijk ((op 21 jarige leeftijd vlg tante Hilda)dank zij de politieke invloed van zijn nonkels Hugo en Petrus, alsook beheerder van de coöperatieve melkerij Sint Columba gelegen in de Stationstraat. Hij had ook te maken met de Raiffeisenkas: opgericht in Rillaar in 1892. Het overtollige geld dat ze binnenkreeg werd belegd langs de Middenkredietkas. Deze ging als gevolg van de beurscrach rond 1930 in 1934 failliet daar ze teveel in aandelen had belegd. De Boerenbond zal dan in 1935 een nieuwe Raiffeizenkas oprichten. In 1908 wordt hij in een akte vermeld als gemeenteontvanger (een gemeente-ontvanger had tot taak de (belasting)inkomsten te innen en te zorgen dat de uitgiften op de juiste tijden bij de juiste personen terechtkomen), zijn zussen die dan nog thuis zijn als winkeliersters. Wat ze verkochten is niet bekend, misschien kleren en vrouwenondergoed zoals de vrouw van René later ook zou doen uit noodzaak na het afsterven van haar man. De oude vervallen kapelanie werd in 1910 afgebroken.

    Hij trouwde in 1917.
    Het trouwde in het najaar nadat in het voorjaar zijn 2 nonkels en tante gestorven waren.


    Het Spinnewiel (1923-1938)
    In 1923 starte hij met een mechanische weverij "Het Spinnewiel" in de tuin van de oude bakkerij. De naam was een samentrekking van Spincemaille en Vandewiele de familienaam van zijn vrouw. Daartoe werd een kantoorgebouw en een fabriek met 5 overkappingen (kapjes) gebouwd in de tuin die grensde aan de Ververijstraat. Zijn broer Jules die als banneling in Amsterdam leefde verkocht er met zijn Vlaandersche Manufacturenhandel ook de damasten. In 1929 kwamen er nog 2 kapjes bij. Het bedrijf voerde veel uit naar het buitenland oa Amerika. Met de Wallstreet-crisis van 1930 maakte het bedrijf een zware crisis door. Daardoor ging de waarde van een vol schip met goederen verzonden naar de VS verloren daar de dollar niets meer waard was (info: Leon Vandewiele). Toen zijn zoon voor arts ging studeren en het bedrijf niet zou verderzetten verkocht René die leed aan angina pectoris het samen met de oude bakkerij in 1938 aan de ververij J & P Ovelacq, die het gebruikte ter uitbreiding van zijn ververij en er ook verder damasten produceerde.
    Een publiciteit verscheen in de " Annuaire Général de la Belgique Industriel, Commercial, Maritime et Coloniale" in de editie van 1927:
    "Tissage mécanique R. Spincemaille=Vandewiele,
    Téléphone Harlebeke : 122, Deerlyk=lez=Courtrai, Adresse télégraphique Spincemaille-Deerlyk
    Nouveautés Coutils & Damassés-Tyke-Toiles, Exportation
    Novelties Machine Weaving Export, Ticks & Damasks = Tykes = Linen"
    Ref :  Annuaire Général de la Belgique Industriel, Commercial, Maritime et Coloniale, Date de parution ; 1927, Dimensions des Pubiblicité ; +/- 1/2 page A41
    0026An1927PubAnnCommercTissMecan.jpg

    18 oct 1932
    Deerlyh(k), collision entre auto et autocamion
    Hier, vers 18 h. 30, une collision s'est produite au carrefour de la rue du Pont et rue d'Harlebeke, entre l'auto de M. René Spincemaillie, fabricant à Deerlyk et l'auto-camion de M. Jules Noppe, négociant à Harlebecke. Tout se borne à des dégâts matériels.
    ref ]L'Egalité de Roubaix-Tourcoing2

    Pastorijwoning (1938)
    René zelf ging wonen in de pastorij die er naast stond na renovatie ca 1938. De laatste pastoor die er woonde was E. Hemerijck, voorheen EH Kesteloot. Hij renoveerde het huis in de René Declerqstr 26, Deerlijk. Het werd zelfs voorzien van centrale verwarming, maar de verwarmingsketel moet ca 1950 niet meer gewerkt hebben en werd ook niet meer hersteld. In 1941 stierf René aan een aanval van angina pectoris. Hij zakte onderweg ineen op de tergugweg van het plaatselijk café naar huis.
    De oude bakkerij stond eerst een tijdje leeg maar werd vanaf Mei 1940 bewoond door Pannecoucke. Tijdens de doortocht van de Duitsers ca 24 Mei 1940 was het huis van Pannecoucke gelegen in de Hoogstraat 55 rechtover de gemeenteschool vernield door een bombardement. Het werd verhuurd als café de Sterre tot 1964 waarsch aan Pannecoucke. Pannecoucke zelf was een notoir smokkelaar in de grensstreek. Een onbekend aantal zware verhalen deden over hem de ronde, die op familiebijeenkomsten werden verteld over de gebuur die in hun vroeger huis naast de deur woonde. Hij smokkelde vanalles en nog wat in de grenstreek, tapte benzine af van duitse legervoertuigen, maar was zo slim ook zijn geburen in die moeilijke tijden wat te geven. Op een keer kon hij ternauwernood aan de Duitsers ontsnappen door over de daken van de huizen weg te vluchten. Bij het binnentrekken van de amerikanen zette hij zijn activiteiten verder met het aftappen van benzine van de amerikaanse voertuigen. Hij werd veroordeeld toen er bij zo'n aktie een dode viel. Terug uit de gevangenis kocht hij eerst voor hem en zijn vrouw een nieuwe weelderige slaapkamer maar vervolgens wreekte hij zich op de persoon van wie hij vermoedde dat die hem aangegeven had en vermoordde hem. Dit luidde dan wel het einde van zijn activiteiten in, toen hij voor die misdaad opnieuw werd gevat.

Bronvermelding(en)

  1. [S905] Annuaire Général de la Belgique Industriel, Commercial, Maritime et Coloniale (Bruxelles: Compagnie belge de Propagande internationale, ); 1927.
  2. [S855] L'Egalité de Roubaix-Tourcoing, journal quotidien (Lille: http://www.bn-r.fr/, contr 2016, 1895-1944); 18 oct 1935, p 4.